
Spreekwoorden: (1914)
Mager als brood,ook wel broodmager2), d.i. ‘zeer mager (d.i. niet vet, schraal, evenals ongeboterd brood, met woordspeling tusschen de twee bett. van mager)’; zie Ndl. Wdb. III, 1540; 1570; IX, 92 en vgl. kiplekker naast zoo lekker als kip, met woordsp. tusschen de twee bett. van lekker ...
Gevonden op
https://www.encyclo.nl/lokaal/10778

Spreekwoorden: (1914)
Mager als brood,ook wel broodmager2), d.i. ‘zeer mager (d.i. niet vet, schraal, evenals ongeboterd brood, met woordspeling tusschen de twee bett. van mager)’; zie Ndl. Wdb. III, 1540; 1570; IX, 92 en vgl. kiplekker naast zoo lekker als kip, met woordsp. tusschen de twee bett. van lekker ...
Gevonden op
https://www.encyclo.nl/lokaal/10778
Geen exacte overeenkomst gevonden.